Nieuws

Verslag lobbyseminar 2017 nu ook digitaal beschikbaar

15-11-2017

Wat is de staat van de lobby op lokaal niveau? Wat zijn verschillen en overeenkomsten tussen belangenbehartiging in de gemeente en in “Den Haag”?

Ten overstaan van zo’n 175 aanwezigen werd op 26 oktober 2017 het onderzoek ‘Lang leve de lokale lobby?!’ gepresenteerd tijdens het jaarlijkse lobbyseminar van Public Matters. Onderstaand leest u het volledige beslag. De digitale publicatie van het onderzoek is hier in te zien en te downloaden als PDF-bestand.

Bekijk onderstaande video voor een korte terugblik en sfeerimpressie van het seminar.

Noortje Thijssen, senior adviseur / partner van Public Matters, opende het seminar. In haar openingswoord refereerde zij aan de bordesscène die eerder op de dag had plaatsgevonden. Met de installatie van het nieuwe Kabinet verschuift de politieke aandacht naar de aankomende gemeenteraadsverkiezingen op 21 maart 2018. Een mooi moment om nader te bekijken hoe het met de lobby op dat niveau staat.

Paradox of transparency

Marcel Hanegraaff, universitair docent bij de afdeling Politicologie van de Universiteit van Amsterdam (UvA), trapte daarna inhoudelijk af met de presentatie van het onderzoek dat hij het afgelopen half jaar samen met zijn collega Joost Berkhout met ondersteuning van Public Matters uitvoerde. Dit onderzoek gaat in op de ervaringen die burgemeesters, wethouders en raadsleden hebben met belangenbehartiging.

Een opvallende uitkomst die Hanegraaff uitlichtte, was dat er een duidelijk verschil zit tussen de activiteiten waar lokale politici en bestuurders zich mee bezig houden, en de thema’s waar het meest op gelobbyd wordt. Veel belangenbehartigers zijn actief op de thema’s ‘integratie’ en ‘asiel’, terwijl daar in de lokale politiek betrekkelijk weinig besluitvorming over plaatsvindt. Verder wordt er juist weinig gelobbyd op de thema’s ‘zorg’ en ‘ruimtelijke ordening’, terwijl lokale politici en bestuurders daar zeer actief mee bezig zijn.

In het verlengde van deze bevinding viel in het onderzoek ook op dat belangenbehartigers op lokaal niveau vaak betrekkelijk laat in actie komen, namelijk wanneer een onderwerp al op de agenda staat. Dit in tegenstelling tot belangenbehartigers in Den Haag en Brussel, die onderwerpen en issues vaker op de agenda zetten. Op gemeentelijk niveau betekent dit dat de invloed van belangengroepen op de vorming van beleid geringer is, aldus Hanegraaff.

Verder sprak Hanegraaff over de zogeheten ‘paradox of transparency’: hoe transparanter het besluitvormingsproces, des te minder vertrouwen er is in de politiek. Hij constateert dat op nationaal niveau meer transparantie is over welke belangengroepen inbreng leveren en wat hun standpunten zijn. Toch bestaan er meer zorgen over de wijze waarop er wordt gelobbyd op nationaal niveau dan op lokaal niveau. Hanegraaff trekt hieruit de conclusie dat transparantie omwille van transparantie weinig zin heeft.

Positief en creatief lobbyen

Het eerste exemplaar van het onderzoek werd vervolgens overhandigd aan Jan van Zanen, burgemeester van Utrecht en voorzitter van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). Deze overhandiging en het bijbehorende interview werd getoond met een video-opname. Van Zanen vertelt hierin bevlogen dat hij “lokale politiek ademt”. Hij vindt de lokale democratie belangrijk omdat “er geen stukje Nederland is dat niet bij een gemeente hoort. En de gemeente heeft de meeste invloed op het dagelijks leven, omdat deze zo dicht bij de burger staat.” Hij gaf nog als tip aan de aanwezigen van het seminar mee dat ze vooral op tijd moeten zijn met het aankaarten van hun issue. “En dat kunnen ze dan het beste positief en creatief doen. Dat biedt de grootste kans op succes”, aldus Van Zanen.

“De gemeente heeft de meeste invloed op het dagelijks leven“ – Jan van Zanen, burgemeester van Utrecht en VNG-voorzitter

Meedenken en betrokken worden

Herkennen politici, bestuurders en lobbyisten die in de lokale politiek actief zijn of waren de onderzoeksresultaten? In een aansluitende paneldiscussie reflecteerden Isabelle Diks (Tweede Kamerlid GroenLinks en oud-wethouder Leeuwarden), Alex Kaat (senior adviseur Public Affairs Eneco) en Michaël Sijbom (oud-burgemeester Losser) op de belangrijkste bevindingen. Zij putten daarbij uit hun eigen ervaringen met belangenbehartiging op lokaal niveau.

Isabelle Diks gaf aan dat ze de uitkomsten van het onderzoek herkende. Als Kamerlid wordt zij vooral veel belobbyd door organisaties en veel minder door gewone burgers: “weinig mensen hebben door hoe makkelijk Kamerleden tegenwoordig te bereiken zijn”. Dat was anders toen ze nog wethouder was. Toen namen mensen sneller contact met haar op omdat de drempel lager was. Bovendien was ze als lokaal bestuurder een soort “intermediair” tussen bedrijven en burgers, omdat ze mensen en organisaties met een gedeeld belang aan elkaar kon verbinden. Daarnaast vertelde ze dat je als lokaal bestuurder ook “aan de andere kant van de tafel kunt zitten”. Als voorbeeld noemde ze het aangaan van samenwerking met organisaties als de VNG om een gezamenlijk regionaal belang op de kaart te zetten.

Michaël Sijbom benadrukte dat het op lokaal niveau vooral belangrijk is om mensen te betrekken als er besluiten worden genomen. “Ook als je als bestuurder uiteindelijk ‘nee’ moet zeggen, zijn mensen toch blij dat ze mee mogen denken en bij het besluitvormingsproces betrokken worden.” Hij herkent de constatering in het onderzoek dat bedrijven en belangenbehartigers te laat in actie komen om zaken nog wezenlijk te kunnen veranderen. “Hier ligt dan ook een taak voor lokale bestuurders om zowel bedrijven als burgers vanaf het begin bij dergelijke processen te betrekken.”

Alex Kaat gaf aan dat bedrijfslobbyisten meer interesse hebben in Den Haag en Brussel dan in gemeentelijke politiek. “Het komt dan ook regelmatig voor dat lobbyisten op lokaal niveau eigenlijk te laat zijn.” Bovendien is het ook praktisch moeilijk uitvoerbaar om goed te weten wat er in alle gemeenten speelt en wat de lokale situatie en mores zijn. “Bedrijven en hun public affairs-afdelingen zijn vaak helemaal niet ingericht om precies in de gaten te kunnen houden wat er allemaal op hetzelfde moment speelt in de relevante gemeenten.”

De rol van lokale media

Aan het eind van de paneldiscussie was er nog tijd voor een rondje vragen en persoonlijke ervaringen uit het publiek. Op de vraag wat de ervaring van de panelleden is met het gebruik van lokale media door belangengroepen, gaf Isabelle Diks aan dat dit verschilt per gemeente, maar dat haar ervaringen positief zijn. Michaël Sijbom legde uit dat de afstand tussen de media en de burgers soms groot is. Aan de ene kant omdat mensen niet meer de krant lezen, en aan de andere kant omdat journalisten niet meer lokaal geworteld zijn, ze komen veel minder in de dorpen. Alex Kaat voegde hieraan toe dat de media die mensen tot zich nemen vaak ook minder lokaal georiënteerd zijn. De nadruk ligt daarbij sterk op de landelijke media.

Tijdens de panel- en zaaldiscussie kwam ook de vraag aan de orde wat de rol is van politici en bestuurders om belangengroepen actief te betrekken bij de totstandkoming van beleid. Waar halen zij hun informatie vandaan en maken zij ook gebruik van de kennis en het netwerk van belanghebbenden? Ter illustratie putte een Haagse lobbyist van een milieuorganisatie uit een recent praktijkvoorbeeld. Bij gebrek aan draagvlak voor windenergie had de minister van Economische Zaken de organisatie benaderd voor actieve steun ter realisatie van de gemaakte afspraken uit het Energieakkoord.

Het seminar werd afgesloten met een kort slotwoord van Peter van Keulen, oprichter en directeur van Public Matters, waarna het tijd was voor een informele borrel om gezamenlijk na te praten én vooruit te blikken op de start van de lokale verkiezingscampagne.

Lang leve de lokale lobby?!

Public matters

Interesse in onze dienstverlening? Neem contact met ons op.